Een ode aan de stadskunstenaar

maart 2018

Tijdens de studie fine art word je flink klaargestoomd voor het kunstenaarschap. Vooral na de geslaagde inbreng van het tutor-systeem in Arnhem, is er een direct verband tussen kunststudent en kunstenaar. De kunstenaar die nog vol in zijn praktijk leeft en de student haarfijn kan uitleggen wat het kunstenaarschap inhoudt. Nu ligt de crux in dit type kunstonderwijs en eigenlijk in al het academieonderwijs: wat houdt het kunstenaarsvak eigenlijk in?

Het kunstenaarschap is totaal niet eenduidig. Er lijkt geen enkele betrouwbare weg te leiden naar een succesvol kunstenaarsleven, en als deze weg uiteindelijk wordt gevonden, verslijt hij al na één generatie. Althans – Zo lijkt het. Tijdens de opleiding fine art word je opgeleid voor het hoogste haalbare:(inter)nationaal succes. Een lot weggelegd voor een klein handjevol afgestudeerden per schooljaar. De rest begint een andere studie, legt zijn kunstenaarspraktijk stil of stopt zelfs. Of, Komt in een wereld waar ze nooit in aanraking mee zijn gekomen, en eigenlijk ook nog nooit van gehoord hebben: het regionale kunstenaarschap.

Daarom wordt het tijd voor een introductie in de wereld van de regionale artiest: De stadskunstenaar.

Iedereen heeft een eigen idee bij de term “stadskunstenaar” en een eenduidige definitie is dan ook uitgesloten.
Toch wil ik bij deze de verkeerde conclusies omtrent de stadskunstenaar wel direct de kop in drukken. Bijvoorbeeld het idee dat stadskunstenaars regionaal georiënteerd zijn, alleen maar omdat het hen niet lukt om buiten hun leefomgeving te treden. Zij zijn niet marketing-competent, niet hip, of simpelweg groezelig en vreemd. Het idee dat de stadskunstenaar een verwant is van de Dorpsidioot. Dit fictionele argument is onwaar, voor mij is de stadskunstenaar veel meer een karaktereigenschap. De kunstenaar met zijn hart in de stad, met soms een kritische kijk en een robuuste stelligheid.

Zo zie ik Arno Arts als een kunstenaar met een mooi,oprecht Arnhems hart. Een kunstenaar die zich heeft ingezet voor het regionale kunstproject “Arnijm”, wat een verzoening tussen Arnhem en Nijmegen moest realiseren (iets wat helaas nog niet gelukt is), en voor de inwijding van het monument voor de onbekende kunstenaar op de korenmarkt. Toch heeft Arts nationaal en internationaal veel werk verricht, en schroomt hij zich daar niet voor.

Diederik Grootjans daarentegen is een naam die weinig mensen direct zullen kennen, behalve in Nijmegen. Onbekend maakt zeker niet onbemind, Hij heeft honderden plein-air schilderijen gemaakt in en rond Nijmegen. Ooit heeft hij mij verteld dat hij echt helemaal niks met autos’s heeft, maar er meer dan honderd heeft geschilderd en bekeken. Een onbewuste handeling tijdens het observeren en schilderen van al deze Nijmeegse straten.

Verantwoordelijkheid
Het heeft iets volks en on-kapitalistisch om je te verbinden met een stad zoals ik het nu vertel – Althans, als het op spontane basis gebeurt. Er zijn namelijk veel gemeentes die een stadskunstenaar toewijzen, en zelfs importeren. Zo Kreeg Den Bosch de Vlaming Lucas de Man en Eindhovenaar Rocco Verdult werd in 2017 Stadskunstenaar van Boxtel. Onder andere heeft hij het Wifi-rollator project ontwikkeld: een mooi project waar een lokaal ouderen-zorgcentrum rollators met WiFi hebben verkregen. Hierdoor worden de bejaarden die op straat rondlopen al snel vergezeld door jongeren die even wat bandbreedte komen tappen, en misschien zelfs wel een praatje houden.
Deze vorm van ‘de stadskunstenaar zijn’ is een flink gestructureerde en verantwoorde betiteling, immers krijgen de meeste “uitvolkoren” kunstenaars die deze titel waardig zijn een budget en een platform, dus dat vraagt om een tegenprestatie. Stadskunstenaar van Leeuwarden, Jamila Faber, moet hier 4 projecten voor realiseren, en Stadstekenaar van Nijmegen Elske Berndes heeft zichzelf verplicht elke foto die zij toegestuurd krijgt, na te tekenen.
Deze verantwoording heeft er mee te maken dat kunst zich tegenwoordig moet 'bewijzen' om een goede investering te zijn voor de gemeente. Binnen de verloting van zo'n eretitel moet de kunstenaar voornamelijk goed zijn in lift-pitchen en het verantwoorden van zichzelf tegenover ambtenaren.

Dat terwijl de echte ideale stadskunstenaar een bevrijding is van bureaucratische rompslomp die een stad zo cultureel onverzadigbaar maakt. De stadskunstenaar is namelijk ook te zien in anonieme graffiti-tags, flash-mob praktijken, of in een lukraak in elkaar getimmerd aanbouw-atelier. Maar de stadskunstenaar is niet te zien op de kunst-academie. En dat is jammer.