“Het zelf kunstenaar spelen heb ik helemaal achterwege gelaten.”

januari 2017

“En plots, moest ik kunst gaan maken, Kunst met een Hoofdletter. Kunst waar niet alleen klasgenoten en leraren naar zouden kijken, maar ook de Rotaryclub, mijn ouders, galeriehouder, mijn vrienden en allerhande geïnteresseerden met een mening.

De drie jaar geleden afgestudeerde Thijs Tittse vertelt over hoe zijn leven er nu uit ziet. Naar aanleiding van zijn artikel voor Mister Motley, waarin hij een poëtisch en persoonlijk beeld geeft over het einde van de academie, besloot ik hem op te zoeken.

We zitten aan zijn eettafel in de woonkamer die in vintage stijl is ingericht. Absoluut niet stoffig, maar juist gezellig. Hij vertelt vloeiend over zijn verhaal van een paar jaar terug, alsof het gisteren was.
Na een aantal maanden vrijwillig artikelen voor kunstbladen schrijven heeft hij met zichzelf afgesproken om nooit meer iets onbetaald te doen, wat ik goed begrijp. “Na vijf jaar op een academie studeren vind ik dat het uit moet betalen”. Hij is toen voor Kunstzone gaan schrijven, het blad voor kunsteducatie.

“Ik probeer wel luchtige en poëtische stukken te schrijven, maar het moet vooral echt inhoud hebben. Het gaat er hierbij niet om wat er in de beeldende kunst gebeurt, maar wel wat er in de kunsteducatie gaande is. Ik heb me tijdens de studie verdiept in alle vormen van kunsteducatie, alle soorten schooltypes en de geschiedenis daarvan. Ik heb interviews gedaan met de echte bonzen en bobo’s van het werkveld over wat hun plannen en dromen zijn. Soms werd ik op pad gestuurd en maakte ik er kleine tekeningetjes bij.”

Ondertussen schotelt hij me een sterke kop koffie voor terwijl hij met veel overtuiging verder praat over zijn keuze om te stoppen met het kunstenaarschap.

“Ik ben nu ook rondleider in Museum Arnhem en kwam erachter dat er kunstenaars zijn die het veel beter kunnen. Dat gedoe wat ik deed, dat gepriegel en over-emotionele gebeuren. Andere mensen zijn beter en wat ik maakte voelde bijna als een hobby. Hierna ging ik me verdiepen in de kunsten en er veel over lezen en schrijven. Dat is wat ik goed kan. Het zelf kunstenaar spelen heb ik helemaal achterwege gelaten.”

Het wordt duidelijk dat hij kritisch terug kijkt naar de opleiding“Wat moet er volgens jou veranderen?”
“Ik pleit ervoor dat de opleiding een paar beeldende vakken weg doet en dat de studenten een dag in de week gaan kunst kijken. Geen reproducties getoond met een beamer, maar echt op stap gaan en iedere week een paar goede musea bezoeken. Een docentenopleiding kan beter de beeldende kunst goed leren begrijpen, dan het laf nadoen. Dus meer kunst kijken en minder maken.”

“Dus een kunstdocent moet minder maken en meer kijken tijdens zijn of haar opleiding?”
“We hebben meer de traditionele werkwijzen geleerd, die nog maar tien tot twintig procent van de kunstenaars hanteren. De rest is bezig met verzamelingen, fotografie, films, data of gewoon spul van de Xenos roze spuiten. Er wordt veel minder ambacht verwacht dan ons is aangeleerd. Wat je in een museum ziet strookt niet meer met wat de opleiding ons leert. “

“Is het dan juist niet interessant om ambachten eigen te maken omdat het er niet veel meer is?”
“Zeker wel, maar daarom zeg ik, laat ze eerst maar eens kijken hoe de ‘echten’ het doen. Wat hangt er in de toonaangevende galeries en wat hangt er in musea en kunstmanifestaties en ga dan weer de werkplaats in. Nu zitten we namelijk nog veel in de werkplaats en komen we er in het vierde jaar achter dat het ineens kunst moet worden terwijl we geen idee hebben van wat dat voor moet stellen.”

Het is herkenbaar wat hij zegt. Ik weet niet of ik het met hem eens ben, maar het is zeker stof om over na te denken.

“En middelbare scholen?” 

“Dit is ook wat er op scholen wordt gedoceerd, als je kijkt naar middelbaar onderwijs. Daar wordt jaren ‘30 kunstonderwijs gegeven. Zoals kleurencirkels inschilderen en lijnperspectief tekeningetjes maken.”

Hij vertelt het op een grappige suffe manier wat duidelijk maakt dat hij dit vaak voorbij heeft zien komen. Maar ook de keerzijde ervan.

“Soms ontkom je er niet aan om een klas een simpele opdracht te geven, als docent heb je veel te doen en het is dan handig wanneer iedereen hetzelfde aan het doen is. Maar op deze manier hebben de leerlingen nul artistieke ontwikkeling meegemaakt. De meeste scholen leren niet dat je kan fotograferen, niet dat je gekke filmpjes kan maken, niet dat een dom YouTube filmpje misschien heel veel kan zeggen en kunst kan zijn. Ze leren niet de grens van kunst kennen.”

Hier ben ik het volledig mee eens, dit is wel echt een probleem. Maar wat doe jij hier aan?”
“Ik werk in Museum Arnhem waar groepen middelbare scholieren langskomen en bevraag hen wat ze verwachten te gaan zien in het museum, wat ze denken dat huidige kunstenaars doen en wat ze zelf maken op school. En dan toon ik ze media om te laten zien hoe het ook kan en vertel ik dat kunstenaars vooral dingen onderzoeken-en hoe ze dat persoonlijk, groot of klein, kunnen vertellen. Dit probeer ik de leerlingen die langskomen mee te geven.

Ook ben ik bezig met filmprojecten waarbij ik met leerlingen ironische documentaires maak over onlogische onderwerpen. Bijvoorbeeld het paringsgedrag van het stoffer en blik.”

“Je hebt een kritische blik op de opleiding. Heb je er eigenlijk spijt van dat je deze opleiding hebt gevolgd?”
“Nee ik heb absoluut geen spijt, het was de leukste opleiding die er was. Achteraf kun je er met een betere blik naar kijken. Achteraf zie ik dat het heel veel praktijk was en het had wat theoretischer mogen zijn. Wat zeker goed aan de opleiding is, is dat er docenten zijn die een groot netwerk hebben. Die zijn echt onmisbaar.”

Still uit “Ik breek mijn dogma’s”
Still uit “Ik breek mijn dogma’s”
Uit zijn blog voor Mister Motley “Waarom ik alleen van vermiste katten houd”
Uit zijn blog voor Mister Motley “Waarom ik alleen van vermiste katten houd”